Uitkering met de WW

Werkloosheidswet


Als een werknemer buiten zijn schuld werkloos raakt, heeft hij of zij recht op een uitkering. Dit is de Werkloosheidswet. Aan de wet zijn wel bepaalde voorwaarden verbonden.

Bovenwettelijke WW


Uitkeringsgerechtigden die bij een bedrijf werkten in de sector overheid en onderwijs, komen mogelijk ook in aanmerking voor een aanvulling op hun WW-uitkering. Deze aanvulling wordt ook wel de bovenwettelijke WW genoemd.

Voorwaarden


Een werknemer moet verzekerd zijn voor werkloosheid om voor de WW in aanmerking te komen. Meestal is dit het geval als de werknemer bij de werkgever in dienst was. Wanneer de werknemer 65 jaar of ouder is, is er geen sprake meer van verzekering.
Een werknemer verliest per weerk 5 uur op zijn arbeidsuren en heeft geen recht meer op loon over die uren.
Een werknemer moet beschikbaar zijn voor betaald werk.
Een werknemer moet ook in de periode voor zijn werkloosheid 26 van de 35 weken gewerkt hebben. Dit is de wekeneis. Voor artiesten geldt een andere wekeneis.
Een werknemer mag niet door eigen schuld werkloos zijn geworden. In dat geval is er geen sprake van een uitkering.